
Inhoud
Kasteel Schalkwijk 2 is de opvolger van kasteel Schalkwijk 1 dat enkele honderden meters noordelijker lag. Vanuit kasteel Schalkwijk werd de omgeving bestuurd.
In 1421 wordt Arnold van Schalkwijk beleend met een huis met vier morgen land. Dit huis is niet een kasteel, maar wel een voorloper van het latere kasteel Schalkwijk 2.

Ridderhofstad
Ergens in de 15e eeuw moet er dan toch een kasteel zijn gebouwd. Wie de bouwer is en wanneer het is gebouwd is onbekend. Het kasteel komt daarna in het bezit van het geslacht van Jutphaas van Blokhoven. Deze familie is eigenaar wanneer op 27 oktober 1536 kasteel Schalkwijk wordt erkend als ridderhofstad. Hierdoor weten we dat de eigenaar van adel was. Een andere vereiste is dat er een kasteelboerderij bij is en dat het kasteel moest zijn voorzien van een ophaalbrug.
Het rechthoekig kasteel van 30 bij 40 meter, was in die tijd omgeven door een 15 meter brede gracht en inderdaad bereikbaar via een ophaalbrug. Op de noordhoek stond een vrijstaande vierkante hoektoren en op de zuidhoek een ronde toren met een doorsnede van 10 meter en muren van 1,5 meter dik. Aan de westzijde stond een derde toren.
Het kasteel moet in het open landschap van Schalkwijk van ver te zien zijn geweest. De Schalkwijker Willy Kruijssen heeft een impressie gemaakt hoe het kasteel ter plekke uit heeft gezien. Op deze pagina van RTV Utrecht is dit te zien.

Jonkheer Adriaen Ram
Nadat het kasteel eigendom is geweest van verschillende eigenaren, koopt op 19 oktober 1634 Adriaen Ram het kasteel. Hij is katholiek en de zuidtoren van het kasteel wordt ingericht als schuilkerk. Ook woont er hier een rondtrekkende priester.
De Staten van Utrecht waren het niet eens met de kerkdiensten en de maarschalk grijpt in 1651 in. Hij valt het kasteel binnen. Dat lukt niet in één keer, omdat de Schalkwijkse bevolking het kasteel verdedigt. Toen dezelfde dag de maarschalk met een groter aantal manschappen terugkwam, lukte het hem wel om het kasteel te veroveren.
Adriaen Ram en zijn gezin worden op 29 juli 1651 voor tien jaar uit de Staten van Utrecht verbannen. De toren wordt afgebroken en de ophaalbrug moest een vaste brug worden. Aan de achterzijde van het kasteel verschijnt rond 1653 een loopbrug.
Het kasteel verkoopt Ram in 1653 aan de familie Van Renesse. Het gerecht Schalkwijk komt in handen van zijn zoon Everhard Ram. Op 27 april 1667 koopt Gerlach van der Capelle het kasteel.
Verval kasteel Schalkwijk
In 1774 wordt kasteel Schalkwijk verkocht aan Gerard Aarnoud baron Taets van Amerongen. Tekeningen uit het jaar 1754 laten een vervallen kasteel zien. Rond 1800 is het kasteel gesloopt en zijn de bouwmaterialen voor andere doeleinden gebruikt. De grachten worden gedempt. Het kasteel heeft daarmee 300, hooguit 350 jaar bestaan.
Deze grachten zijn aan het eind van de 20e eeuw opnieuw uitgegraven, waardoor de structuur van het kasteelterrein zichtbaar is. In de bodem zijn de fundamenten van het kasteel nog aanwezig. Ook zijn de tuinen van Adriaen Ram hersteld. Deze zijn teruggebracht naar de situatie van rond 1635.
Eigenaren
- 1395 – Floris van Jutfaes
- 1536 – Dirk van Jutfaes van Blokhoven
- Willem en Amelis van Zuylen van Nievelt
- Anthony de Ridder van Groenestein
- Jan van de Haer
- 1627 – Jan (Johan) van Abcoude van Meerten
- Philips Doublet
- 1633 – Adriaen Ram
- 1653 – Frederik van Renesse van Elderen
- 1667 – Gerlach van der Capellen
- 1695 – Steven Frederik van der Capellen
- 1707 – Gerlach Theodorus van der Capellen
- familie Van der Capellen
- 1774 – Gerard Arnold Taets van Amerongen
Deze pagina is gewijzigd op 21 november 2023