In de eerste week van januari 1926 kan de Schalkwijkse wetering het overtollige water niet meer verwerken. De wetering overstroomt en de Biesterpolder loopt onder water. De overstroming staat in de schaduw van de watersnood elders in het Rivierengebied en is in Schalkwijk redelijk onbekend gebleven.

De watersnood van 1926 is de ergste overstroming in het Nederlandse rivierengebied in de vorige eeuw. Het water in de rivieren staat dat jaar hoger dan in 1993 en 1995. De dijken in met name Gelderland en Noord Brabant zijn niet sterk genoeg. Vooral langs de IJssel en de Maas zijn problemen en diverse gebieden lopen onder water.

Regenval

In de laatste tien dagen van december 1925 valt in De Bilt ruim 100 millimeter neerslag. Na een koude winterstart, is het zacht winterweer met op 30 december een temperatuur die oploopt tot 13 graden. In de Ardennen smelt veel sneeuw. Hierdoor bereikt het smeltwater begin januari het kletsnatte Nederland. Bij Lobith wordt de grootste rivierafvoer ooit gemeten: 12.280 m3/s.

De Utrechtse Lekdijk houdt het goed. Het Hoogheemraadschap Lekdijk Bovendams heeft haar zaakjes goed voor elkaar. Toch krijgt Schalkwijk te maken met wateroverlast en loopt De Biesterpolder onder water. Belangrijkste tegenvaller is dat daarbij dat eind december het stoomgemaal van de Biesterpolder defect raakt. De tanden van een kamwiel zijn afgebroken. Na een korte reparatie, valt deze weer uit.

Vooral op 30 december 1925 valt veel regen. De wind stuwt het water juist de polder in, zodat het niet natuurlijk afvloeit via de Schalkwijksewetering. Die staat bovendien zo vol dat die overstroomt. Zo hoog dat het de polder van Tetwijk in loopt. Maar hier werkt het elektrische gemaal wel.

De lage Biesterpolder (alles ten noordoosten van de Jhr Ramweg) loopt onder water. Bij de kwekerij van Heijmink die in de buurt van het station ligt, staat het water 60 centimeter hoog in de kassen. Het waterschap Schalkwijk, Blokhoven en Biester vergadert om de twee dagen. Besloten wordt om de kades te inspecteren en vreemd water te weren. Ook wordt een duiker onder de Lange Uitweg gesloten.

Winter valt in

Vanaf 4 januari werkt het stoomgemaal weer en zakt het water. De Biesterpolder loopt leeg. Direct daarna valt de winter in. De temperatuur daalt tot bijna 13 graden onder nul en twee weken lang is overal ijs op plaatsen waar het water niet tijdig weg is.

Voor de slachtoffers van de overstroming elders in het Rivierengebied worden collectes gehouden. De Schalkwijkers voelen zich zelf geen slachtoffer in vergelijking met elders en doneren 1561 gulden. In Tull en ’t Waal wordt 269 gulden opgehaald.

In de loop van 1926 blijkt het gemaal een defect te hebben aan de ketel. Het repareren betekent een oplossing voor maximaal twee jaar met het risico dat deze dan alsnog wordt afgekeurd. Omdat de betrouwbaarheid van het stoomgemaal niet hoog is, wordt in het najaar van 1926 besloten over te stappen naar een elektrisch gemaal.

Deze pagina is gewijzigd op 24 februari 2024