Landwegen

Het wegennet in de Vroege Middeleeuwen was eenvoudig. Door het moeras van Schalkwijk liep rond het jaar 900 één hogere weg: de huidige Uitweg. Deze was in gebruik om van Honswijk en ’t Waal naar Loerik en Oostrum te reizen en andersom. Ook de Pothuizerweg kan zeer oud zijn, gezien de Romeinse nederzettingen.

Met de ontginning van Schalkwijk verschijnt naast de Schalkwijksewetering een doorgaande weg. Dit was een kleiweg, die in de winter slecht tot onbegaanbaar was.

Zandpad

Rond 1600 verschijnen eenvoudige zandpaden. In de periode 1631 – 1633 wordt het zandpad van Utrecht naar Culemborg verbeterd. Deze paden zijn alleen toegankelijk voor voetgangers en voortaan ook in de winter te belopen. Het zand is afkomstig uit de Lek. Op een bodem van klei wordt 15 centimeter grof zand gestort, van zo’n anderhalve meter breed. Aan het begin en eind van het voetpad staat een hek, zodat ander verkeer dan voetgangers het zandpad niet kunnen gebruiken.

In de jaren na de aanleg van het doorgaande zandpad wordt ook langs de Schalkwijksewetering een zandpad aangelegd voor trekschuiten.

Ook de Lekdijk krijgt vanaf 1660 een zandpad. Het zandpad Houten-Schalkwijk-Culemborg loopt oorspronkelijk via de lange Uitweg en de Achterdijk naar het veer. In 1662 wordt het zandpad op verzoek van het gerechtsbestuur in Honswijk verlegd via de Schalkwijksewetering en de Pothuizerweg. 

Het zandpad wordt rond 1775 een zandweg. Daarnaast verschijnen aan het eind van de 17e eeuw rijtuigen en passeerde regelmatig de diligence die tussen Utrecht en Culemborg/Tiel reed.

Uren gaans (lopend) in 1789

Naarvanuit Schalkwijk
 Houten 1 uur
 Utrecht 2,5 uur
 Culemborg 0,5 uur
 Vleuten 4 uur
 Buren 2,5 uur
 Breukelen 5 uur
 Tiel 4 uur
 Amsterdam 10,5 uur

Verharde weg

Schalkwijk krijgt vanaf 1840 te maken met zogenaamde Macadamwegen. Hierbij wordt de zandweg van Utrecht naar Culemborg verhard met grind. De grove grindstenen zorgden voor de basis van de weg en kleine grindkorrels worden er in twee lagen overheen gewalst. Nadeel van deze weg is spoorvorming. Daarnaast worden bestaande duikers en bruggen vernieuwd.

De weg wordt aangelegd door A. v.d. Heuvel uit Maartensdijk. Ter financiering wordt er een geldlening uitgeschreven onder particulieren. Elk jaar lost de provincie een deel van de lening af, waardoor de weg langzaam in provinciaal bezit komt.

Ook wordt er tol geheven, zodat er ook inkomsten zijn van de weggebruikers. Op de hoek van De Trip en de Uitweg stond een tolpost en op de hoek van de Zuwedijk met de Beusichemseweg eveneens. De tolposten stonden dus in de gemeente Houten, bij de toegangswegen met Schalkwijk. Op 1 januari 1907 is de geldlening van de macadamweg afgelost en gaat de weg tussen Utrecht en Culemborg over in handen van de provincie Utrecht.

Doorgaande weg

De weg door Schalkwijk is in de jaren 20 en 30 een belangrijke doorgaande weg voor verkeer tussen Utrecht en Zuid-Nederland. Dit levert nog wel eens gevaarlijke verkeersituaties op. In de jaren 30 zijn er veel verkeersongelukken. Burgemeester Ten Holder is de eerste voorzitter van de ‘Vereeniging voor veilig verkeer’ en maakt zich sterk om het doorgaande verkeer om de dorp heen te leiden, het liefst parallel aan de spoorlijn. In 1938 wordt de snelweg A2 ten westen van Jutphaas de nieuwe route.

1631Zandvoetpad Culemborg
1775Aanleg zandwegen
1841Macadamwegen
1841Tolheffing
1887Waterschap wegbeheerder
1890Meeste kleiwegen verdwenen
1907Einde tolheffing
1909Eerste auto in Schalkwijk

Deze pagina is gewijzigd op 18 juli 2025