Plunderingen Schalkwijk

In het jaar 1523 brak de Lekdijk door. De schade in Schalkwijk was groot en de jaren erna mislukten de oogsten. Er was veel armoede. Nadat de Schalkwijkers zich langzaam herstelden, volgden minimaal twee plunderingen.

Zo kreeg in 1526 Schalkwijk te maken met een brandschatting. Bij een brandschatting werd er van de bevolking een flink bedrag geëist, dat doorgaans niet op te brengen was. Werd dat bedrag het niet betaald, dan kwam de eiser het dorp plunderen.

Aanstichter van de brandschatting was bisschop Hendrik van Beieren uit Utrecht die geld nodig had. De oorlog met IJsselstein hadden de nodige centen gekost en Gelre moest op afstand worden gehouden. Ook in de stad Utrecht werd geld geëist van de kloosters. Daarnaast was er in de voorgaande jaren een graantekort ontstaan.

In september 1527 kwam hopman Christoffel de Lange aan in Schalkwijk. Vee en volk werden uitgedreven. Duitse en Waalse huursoldaten hadden geen soldij ontvangen en mochten zich door roof en plunderen schadeloos stellen.

Bezetting Geldersen

Van maart tot september 1528 plunderde Karel van Gelre dorpen en steden. Rijkere stedelingen werden ontvoerd, kloosters werden afgeperst en boeren en dorpen moesten geld betalen om aan plundering te ontsnappen. Met dit geld wilde Karel van Gelre zijn legers herfinancieren. In onze regio gaat het om Houten, Schalkwijk, Tull en ’t Waal, Bunnik en Cothen.

Jaardorpplunderaarsreden plundering
1315RegioGhisebrecht UtengoyeHongersnood
1526SchalkwijkBisschop Hendrik van BeierenGeldgebrek
1527Schalkwijk
1528RegioKarel van GelreFinanciering leger
1629OnbekendSpanjaardenPlatteland Utrecht wordt geplunderd
1672/
1673
RegioFrans legerIntimidatie bevolking
1794RegioBrits leger + UlanenInkwartiering

Deze pagina is gewijzigd op 18 juli 2025